Tandheelkunde bij konijnen

Een konijn hoort de gehele dag door te kunnen eten.  Dan zijn vooral ruwe vezels zoals hooi en gras belangrijk.

Daarvoor heeft een konijn een gebit waarbij de tanden en kiezen hun leven lang doorgroeien. De wortels zijn open waardoor ze steeds vanuit de kaak weer langer kunnen worden. Door de malende beweging die ze maken met hun kaken slijpen hun tanden en kiezen af.

Helaas komen er ook veel gebitsafwijkingen voor bij het konijn.  Door de afwijking staan de tanden en kiezen niet meer mooi op elkaar en worden niet meer op de natuurlijke manier afgesleten.

1.            Een heel bekende en soms ook zichtbare zijn de olifantstanden. De snijtanden staan niet goed en raken elkaar niet waardoor ze onbegrensd door groeien en vaak buiten de bek te zien zijn en eruit zien als horens van een ram of de slagtanden van een olifant. Ook kunnen ze in de bek krullen. Uiteindelijk lijd dit er toe dat het konijn stopt met eten.

Het knippen van deze tanden is niet de manier om ze in te korten. Dit kan betekenen dat je de snijtanden splijt en dat er een ontsteking bij de wortelpunt ontstaat.

Daarom brengen wij het konijn onder narcose en kunnen we deze olifantstanden slijpen. Echter het komt geregeld voor dat de snijtanden daarna weer precies in dezelfde positie terug komen. De definitieve manier om van het probleem af te komen is het trekken van de snijtanden.

Dit is een secuur werkje aangezien je niet wilt dat er wortelresten in de kaak blijven staan. Vooraf aan de behandeling nemen we daarom een foto van de kaak om te kijken hoe de stand is van de wortels want ook deze zijn vaak in een krul gegroeid. Bij het trekken dien je hier dan ook rekening te houden.

2.            Een ander veel voorkomend probleem zijn haken op de kiezen. Deze haken ontstaan omdat de maalbeweging van de kaken niet optimaal is en daardoor de van nature ontstane haakjes niet worden afgeslepen. Ze groeien verder en kunnen bij de onderkaakskiezen aanleiding zijn tot een zere tong, de haakjes prikken in het slijmvlies van de tong wat op zijn beurt weer veel pijn geeft. En de haakjes aan de bovenkaakskiezen prikken veelal in het wang slijmvlies. Ook dit geeft pijn.

Hierdoor stopt een konijn met eten.

Ook dit probleem is goed te behandelen. We brengen het konijn weer onder narcose. We controleren met rontgenfoto’s de stand van de wortels en of er ontstekingen bij de wortelpunten zitten. Soms is het zelfs zo dat de wortels door de onderkant van de kaak steken. Diverse behandelingen zijn dan ook nodig.

We kunnen alleen de haakjes wegfreezen. En daarbij de hoogte van de kiezen aanpassen.

We kunnen kiezen trekken.

We kunnen zorgen dat de kies niet verder groeit door de wortelpunt te verwijderen en de zenuw hieruit te halen.

Gebitsproblemen zijn dus veelal een gevolg van niet de juiste voeding .

Zie hiervoor voeding van een konijn.