Parasieten
Teken Vlooien Wormen

Wormen

Een hond kan besmet worden door verschillende wormen. De meest voorkomende wormen zijn de lintworm en de spoelworm. Verder zijn er nog de haakworm en de hartworm (Dirofilaria immitis). Hieronder zullen deze vier wormen besproken worden.

Lintworm

Als eerste is er de lintworm. Deze worm bestaat uit een kop met daaraan segmenten. Als deze segmenten rijp zijn laten ze los en verlaten ze via de anus het lichaam van de hond. Deze segmenten zien er uit als opgedroogde rijstkorrels. U kunt dus zelf constateren dat uw hond besmet is met lintwormen.

De besmetting vindt plaats via een zogenoemde tussengastheer. De meest voorkomende lintworm is de Dipylidium caninum, welke vlooien als tussengastheer heeft. Dat betekent dat de eitjes van deze wormen zich verspreiden via vlooien. Deze eitjes groeien uit tot volwassen wormen in de vlooien. Wanneer de vlooien een hond bijten, wordt deze besmet met de worm. Andere lintwormen hebben als tussengastheren onder andere muizen, konijnen, runderen en varkens.

Als uw hond besmet is met lintwormen moet hij ontwormd worden en na 2 weken moet dit herhaald worden.

Spoelworm

Een andere veelvoorkomende worm is de spoelworm, ook wel Toxocara canis genoemd. Deze spoelworm kan wel 15 centimeters lang worden. De besmetting vindt plaats doordat honden de eitjes van de spoelworm binnen krijgen. Ook kunnen pups via de melk en/of baarmoeder van de moeder besmet worden. De spoelworm zit vooral in de darmen, maar kan ook in de longen en lever terecht komen.

Als uw volwassen hond besmet is met spoelworm merkt u dit vaak niet, aangezien het zonder symptomen kan verlopen. Bij pups is het echter wel merkbaar: ze groeien slecht, worden mager, maar hebben wel de typische dikke wormenbuik. Verder kan er ook diarree en gasvorming ontstaan en het haarkleed is dof.

Haakworm

Een worm die eigenlijk alleen in Zuid-Europa voorkomt is de haakworm (Acanthocephala). Uw hond kan deze worm dus vooral oplopen tijdens een vakantie in Zuid-Europa. De besmetting vindt plaats doordat de wormen zich door de huid naar binnen dringen. Ook kan een hond ze oraal binnen krijgen.

Deze wormen hebben, zoals de naam het al zegt, stevige haken. Hiermee bijten ze zich vast in de slijmvliezen van de hond. Ze komen vooral in de darmen voor, waar ze dan ook voor de meeste schade zorgen, zoals bloedingen. Door deze bloedingen kan uw hond bloederige diarree krijgen en uiteindelijk bloedarmoede. Ook kan er gewichtsverlies optreden. Voor pups kan de haakworm zelfs dodelijk zijn.

Hartworm

Hartwormen (Dirofilaria immitis) komen nu alleen nog in Zuid-Europa voor, maar ze verspreiden zich steeds meer naar het noorden van Europa. Het zijn wormen die door bloedzuigende muggen worden overgedragen. Ze worden dus niet via hond op hond verspreidt. De larven van deze wormen gaan in de grote bloedvaten en het hart zitten, waarna ze uit kunnen groeien tot wormen van wel 15 tot 30 centimeter.

Een hond behandelen die besmet is met hartworm is erg moeilijk en ook gevaarlijk, daarom is preventie het belangrijkst. Als uw hond toch hartworm heeft kunt u dit herkennen aan de volgende symptomen: een zachte hoest waarbij soms bloed opgehoest wordt, verminderd uithoudingsvermogen, lusteloosheid, vermageren en flauwtes.
Deze aandoening is het beste te voorkomen door het dragen van een teken/vliegen band.

Ontwormen

Het beste is dus om uw hond tijdig te ontwormen. In onze kliniek hebben we verschillende wormmiddelen, waarmee u uw hond kunt ontwormen. Het beste is om uw hond 4 maal per jaar te ontwormen. Pups moeten op de leeftijd van 2, 4 en 6 weken en op 2, 4 en 6 maanden leeftijd ontwormd worden.

Wat is dat precies, een longworm infectie bij de hond of kat?

Longwormen zijn wormen die bij de hond en kat leven in de rechter hartkamer en de bloedvaten naar de longen (de longslagaderen). Ze leven dus niet, zoals de naam doet vermoeden, in de longen maar in de bloedvaten. De eitjes van de volwassen wormen komen wel in de longen terecht via ophoesten en worden uitgescheiden via de darmen.

Waar komt de longworm voor?

De longworm komt in grote delen van Europa, zoals Engeland, Frankrijk maar ook in Nederland voor. Dit is bij heel veel mensen, en dierenartsen onbekend. Symptomen die kunnen wijzen op een longworm infectie bij honden en katten worden hierdoor vaak gemist.

Hoe raakt een hond of kat besmet met longwormen?

Honden en katten raken besmet door het eten van slakken besmet met larfjes van de longworm. Mogelijk kunnen ze ook besmet raken door het slijm van slakken en door het eten van andere dieren die een besmette slak hebben opgegeten. Denk aan bijvoorbeeld een kikker, vogel of muis.

Welke symptomen krijgen honden en katten besmet met longwormen?

  • Ademhalingsproblemen. Honden of katten besmet met longwormen kunnen gaan hoesten, een versnelde en moeilijke ademhaling krijgen en een longontsteking ontwikkelen.
  • Stollingsproblemen. Hierdoor kan de hond of kat bloedingen op verschillende plekken krijgen zoals onderhuids, de neus, de hersenen, de buikholte of darmen.
  • Hersenproblemen. Deze worden meestal veroorzaakt door hersenbloedingen. Zeldzaam kan een larve van de longworm na de trektocht in de hersenen terecht komen.
  • Zwaktes. Deze kan ontstaan door de aanwezigheid van de wormen in de longslagaderen (pulmonaire hypertensie).
  • Andere symptomen zoals een hoog calciumgehalte in het bloed (hypercalcemie) en acute dood.

Hoe weten we of een hond of kat besmet is met longwormen?

Via ontlastingsonderzoek is longworm goed aan te tonen. Het is echter belangrijk te beseffen dat een standaard ontlastingsonderzoek met flotatie de diagnose niet zal stellen. Er moet een speciale test gedaan worden (de Baermann test) om longworm te kunnen aantonen. Deze test kunnen wij in het dierenziekenhuis uitvoeren.

Hoe behandel je honden en katten besmet met longwormen?

Er zijn verschillende behandel opties. De meest gebruikte is fenbendazole (Panacur, 50 mg/kg per dag gedurende 7-21 dagen). Een alternatief is Milbemycine (Milpro, 0,5 mg/kg 1x per week gedurende 4 weken).
Er bestaat een klein risico dat de hond een allergische reactie ontwikkelt als de wormen afsterven. Daarom is het advies de behandeling met wormdodende middelen te combineren met glucocorticosteroiden (bijvoorbeeld prednison).

Hoe voorkom je een besmetting?

Het best voorkom je door hond of kat geen slakken of andere dieren te laten opeten. Echter is dit niet altijd te controleren. Door frequent te ontwormen (hond minimaal 4 x per jaar en buitenkat zelf vaker) met een juist middel, houdt je de kans klein dat ze na een besmetting hiervan problemen krijgen.

 

Orthopedie bij honden

Bekijk de verschillende orthopedische aandoeningen die bij honden voor kunnen komen.

Bekijk onze specialismen