Nieraandoeningen

Nieraandoeningen ook wel nierfalen genoemd zijn problemen van de nieren waardoor deze minder goed hun functie kunnen uitvoeren.  Nieren regelen de vochtbalans in het lichaam en filteren het bloed. Als meer dan 70% van nieren kapot zijn, is dit pas zichtbaar in het bloed. Ze kunnen niet meer goed functioneren. Er ontstaan verschijnselen van nierfalen. 

Er zijn 3 categorieën nierfalen:

Pre-renaal

Het falen ontstaat al voor (pre) de nieren. Ze krijgen niet genoeg bloedtoevoer door bijvoorbeeld uitdroging en hartfalen.

Renaal

De nieren zijn zelf beschadigd en falen. Dit kan acuut als chronisch zijn.

Post-renaal

Het falen ontstaat na (post) de nieren. De urineafvoer is gestopt. We zien dat nogal eens bij kater door blaasgruis.

Symptomen van nierfalen worden vaak pas opgemerkt bij uitval van 75%. De kat krijgt een doffe kat, stinkt uit de bek of drinken veel water. De oorzaak is nu ook niet meer de achterhalen. Door de urine van de kat na de laten kijken kan een nieraandoening vroegtijdig worden ontdekt. 

Door bloed af te nemen kunnen we de diagnose voor nierfalen stellen. De waarden van kreatinine en ureum geven inzicht in het functioneren van de nieren.  Een echo van de nieren en uitgebreid urine onderzoek zijn dan volgende onderzoeken. Er is een nieuwe test, SDMA waar we het disfunctioneren van nieren al eerder mee kunnen opsporen.

Acuut nierfalen

Katten met acuut nierfalen zijn meestal acuut ziek. Er is in korte tijd een groot deel van de nierfunctie verloren gegaan. De acute beschadiging kan vaak (voor een deel) herstelt worden door de oorzaak te herstellen of weg te nemen is.

Chronische nierfalen

Bij chronisch nierfalen is een deel van de nieren onherstelbaar beschadigd geraakt. Afhankelijk van de hoeveelheid  die verloren is gegaan leidt dit tot klachten.

Symptomen worden vaak pas merkbaar bij 75% verlies van nierfunctie. Doordat het verlies vaak geleidelijk gaat, kan de kat zich wat aanpassen.

Symptomen zijn:

  • Veel drinken en plassen
  • Misselijkheid, braken en minder eetlust
  • Bloedarmoede
  • Doffe vacht en algehele slechte conditie

Chronisch nierfalen  is niet te genezen. De kat is de rest van zijn leven nierpatiënt. Wel kunnen we deze katten zo behandelen dat de levenskwaliteit zo optimaal mogelijk is.

Door extra vocht te geven helpen we overtollige afvalstoffen af te voeren. Dit kan door blikvoeding, een drinkfontein of indien nodig een infuus.

Met een nierdieet ondersteunen we de nieren. De voeding heeft minder eiwit en fosfaat waardoor er minder afvalstoffen geproduceerd worden.

Met medicatie, ace remmers wordt de bloeddruk verlaagd en verliezen de nieren minder eiwit.

Met regelmaat zien we een verhoogde bloeddruk bij nierpatiënten. De nieren zullen hierdoor sneller achteruit gaan. Door de bloeddruk regelmatig te controleren kunnen we zo nodig hiervoor medicatie voor geven.

Een kat met de diagnose nierpatiënt zal minimaal 2 x per  jaar gecontroleerd moeten worden. Tijdens deze controle onderzoeken we het bloed, de bloeddruk, de urine en het gewicht.